González Byass

Met wat hulp van zijn oom José Ángel de la Peña (die later de beroemde Tío Pepe zou worden) startte hij in 1835 het bedrijf onder de naam Manuel María González. Het jaar daarna werd het Manuel María González y Cía., omdat Francisco Gutiérrez Agüera en Juan Bautista Dubosc López de Haro erbij kwamen als partners. Manuel María wist dat de toekomst van het bedrijf afhing van de export en dat de belangrijkste markt het Verenigd Koninkrijk was . Daarom maakte hij Juan B. Dubosc (die in Londen woonde) algemeen vertegenwoordiger van het bedrijf.

Eind 1836 begon de relatie met Robert Blake Byass van het Londense bedrijf Byass & Charington, een bedrijf met een goede reputatie dat sherry kocht van andere bedrijven in Jerez. De banden met Robert B. Byass werden steeds hechter, zodat hij, hoewel hij pas in 1851 tot exclusief verkoper voor Engeland werd benoemd, deze functie al elf of twaalf jaar in feite uitoefende.

In 1855 kwam de heer Byass als vennoot in het bedrijf en werd de naam van het bedrijf veranderd in González, Dubosc & Cía. In 1861 overleed de heer Dubosc, maar zijn achternaam bleef tot 1863 in de naam van het bedrijf voorkomen, waarna het werd omgedoopt tot González & Byass.

Door de groei van het bedrijf kocht Manuel María in de loop der jaren verschillende wijnkelders, zoals "La Constancia", "Los Apóstoles", "La Cuadrada" en "La Concha". In 1856 was González, Dubosc y Cía. al de grootste exporteur van sherrywijnen, met een volume van 3.885 vaten, wat gelijk staat aan 2.590.000 flessen.

Het bedrijf bleef in de twintigste eeuw snel groeien. In 1963 werd, naar een ontwerp van de beroemde architect Don Eduardo Torroja, de Gran Bodega Tío Pepe gebouwd , met drie verdiepingen, vier betonnen gewelven en een capaciteit van 30.000 vaten; terwijl in 1972 de Bodega de Las Copas werd gebouwd, met een capaciteit van 60.000 vaten en een wijnbereidingshal voor een miljoen kilo druiven per dag.

In 1988 kocht de familie González alle aandelen van de familie Byass. Het bedrijf wordt dus nog steeds gerund door deze familie, nu door de vijfde generatie directe afstammelingen van de oprichter Manuel María González Ángel.

Wijngaarden

González Byass heeft ongeveer 900 hectare wijngaarden in de streek Jerez Superior, waar de druivensoorten Palomino Fino, Pedro Ximénez en Moscatel worden verbouwd, waarbij de laatste in een veel kleinere hoeveelheid dan de eerste twee.

De nabijheid van de Atlantische kust, op ongeveer 12 kilometer van Jerez, is ideaal voor de wijnbouw, omdat de wijngaarden profiteren van de dominante westenwind, die de temperatuur in de zomer aangenamer maakt en de druiventeelt bevordert dankzij de vochtigheid van de ochtenddauw.

Tio Pepe

Tio Pepe, de eerste en meest iconische wijnmakerij van de groep, wordt ook beschouwd als het eerste geregistreerde handelsmerk in Spanje. In 1935, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de wijnmakerij, bedacht en ontwierp de propagandachef van het huis, Luis Pérez Solero, een reeks iconen die elk van de flessen van de wijnmakerij werden voorzien van verschillende soorten kleding, waaronder het icoon van Tío Pepe, dat meteen opviel met zijn brede hoed, rode Andalusische jas, armen in de zij en een Spaanse gitaar aan zijn zijde. Het icoon van Tío Pepe heeft sindsdien de hele wereld rondgereisd en heeft bijgedragen aan het internationale imago van het merk, dat vandaag de dag in meer dan 100 landen aanwezig is.

Andere wijnmakerijen

Meer dan 30 jaar geleden begon González Byass met de ontwikkeling van kwaliteitswijnen in de belangrijkste wijnstreken van Spanje. Daarom heeft het vandaag de dag Bodegas Beronia ( Rioja), Vilarnau ( Cava en Penedès), Viñas del Vero ( D.O. Somontano), Finca Constancia ( V.T. Castilla) en Finca Moncloa ( een wijnmakerij in Cádiz waar rode wijnen worden gemaakt van de bijna uitgestorven druivensoort Tintilla de Rota).