Alvear

De wijnmakerij heeft grote wijngaarden in de beroemde wijngebieden van de Sierra de Montilla en Moriles (Córdoba), waar de Pedro Ximénez-druif de hoofdrol speelt. Deze druif komt oorspronkelijk uit de Rijn en vormt nu de basis voor hun zoete, fijne, geurige en amontillado-wijnen.

Deze druif is de witte koningin van de oorsprongsbenaming Montilla-Moriles en zou door een soldaat van de Spaanse vaalband naar Andalusië zijn gebracht, die haar ook haar naam gaf.

Meestal wordt hij aangeplant op zeer kalkrijke bodems, hoewel in het gebied ook de kalkrijke en doorlatende bodems van de "ruedos" te onderscheiden zijn, roodachtige bodems door de aanwezigheid van ijzerzouten, die vroeger rijpen.

Later gebeurt in deze wijnen het 'wonder' van de rijping onder een bloemvlies, een natuurlijk biologisch proces waarbij zich op het oppervlak van de wijn een laagje inheemse gist ontwikkelt.

De vaten die worden gebruikt voor de rijping van de wijnen zijn de traditionele criaderas en soleras in Amerikaanse eikenhouten vaten met een inhoud van ongeveer 500 liter.

De wijnmakerij heeft een rijpingscapaciteit van 5 miljoen liter in eikenhouten vaten, verdeeld over verschillende wijnkelders met een eigen naam: La Sacristía, El Liceo, enz., waar de oudste soleras van het gebied staan, tot wel 200 jaar oud.

Op dit moment heeft de wijnmakerij 50 eigenaren en worden de merken in heel Spanje verkocht en 40% van de productie gaat naar het buitenland, vooral naar Nederland, Japan, Canada en Australië

.