Cámbrico

Het project begon in 1999-2000, toen er een kleine wijnproductie werd gedaan met druiven van de Rufete-druif, die alleen in dit gebied groeit en heel zeldzaam is, afkomstig van oude wijngaarden in de streek. Toen bleek dat er een wijn met uitzonderlijke eigenschappen was gemaakt, werd besloten om door te gaan met het project, onder leiding van Fernando Maíllo en Alberto Martín, die allebei uit Sequeros komen, vlakbij Villanueva del Conde.

De Sierra de Francia is al sinds de Romeinen een gebied waar wijn wordt gemaakt. In de 11e eeuw werd het opnieuw bevolkt door Raimundo de Borgoña en meer Fransen uit Bourgondië (vandaar de naam van de Sierra). Men denkt dat ze druiven van de soort Pinot Noir meebrachten, die ze hier plantten. Later raakte deze soort hier gewend en ontstond de Rufete, die lijkt op de Pinot Noir, maar genetisch anders is. De Rufete groeit in kleine, dichte trossen met dunne schil, die wijnen opleveren met weinig kleur en aroma's van rode vruchten, zoals aardbei, framboos en kers. Omdat het moeilijk te verbouwen is op terrassen, is het rond het midden van de 20e eeuw in de vergetelheid geraakt. Cámbrico probeert met dit project de Rufete-druif weer terug te halen en te behouden.

De wijnmakerij ligt half ingegraven in de berg, met een trapsgewijze structuur, zodat de wijn door de zwaartekracht kan stromen (er zijn geen pompen in de wijnmakerij) en zo min mogelijk wordt verstoord, en bovendien een perfecte thermische isolatie wordt bereikt.

De wijngaarden zijn aangeplant in vaso, op terrassen op een hoogte tussen 750 en 930 m, grotendeels met wijnstokken tussen 60 en 110 jaar oud.In totaal hebben ze 13 hectare verdeeld over ongeveer 130 kleine terrassen met granietrijke grond met een kleiachtige bodem, gevormd tijdens het Cambrium (zo'n 500 miljoen jaar geleden). Vandaar de naam van de wijnmakerij. De druiven die ze gebruiken voor hun wijnen zijn Rufete, Tempranillo en Calabrés. Ze telen alles op een biologische manier, met biodynamische technieken voor de wijnstokken die gebruikt worden voor hun eerste wijnen (Cámbrico Rufete en Cámbrico Tempranillo).

Een van de projecten waar Cámbrico aan werkt, is een bijna verdwenen druivensoort die dankzij de inspanningen van de wijnmakerij weer terugkomt: de Calabrés. Er wordt genetisch onderzoek gedaan om uit te zoeken of het een aparte soort is of een kloon van de Garnacha. Het nieuwste project waar Cámbrico aan werkt, is een witte druivensoort die nog niet was gecatalogiseerd, de Rufete Blanco ( of Verdejo Serrano, de naam is nog niet helemaal duidelijk) en die een interessante witte wijn geeft.