Domaine de l'Arlot

In 1891 verkocht Vienot het landgoed aan Jules Belin, een wijnhandelaar, die het uitbreidde met de aankoop van Clos des Forêts Saint-Georges en Clos du Chapeau, een combinatie die het Domaine de l'Arlot zou vormen. Zijn erfgenamen verkochten de gebouwen en wijngaarden begin 1987 aan AXA Millésimes. Sindsdien heeft AXA Millésimes twee percelen wijngaarden in Vosne Romanée gekocht: Vosne Romanée 1er Cru - Les Suchots en Romanée Saint Vivant Grand Cru.

De recente geschiedenis van de wijnmakerij wordt nog steeds gekenmerkt door de aanwezigheid van Jean-Pierre de Smet, die het landgoed bijna twintig jaar lang heeft beheerd. In 2007 gaf hij het stokje door aan Christian Seely, die de technische leiding eerst aan Olivier Leriche gaf, daarna aan Jacques Devauges vanaf augustus 2011 en aan Géraldine Godot vanaf september 2014.

De wijnmakerij werkt sinds 2000 biologisch en is sinds 2014 AB-gecertificeerd. In 2003 zijn ze op alle wijngaarden begonnen met biodynamische landbouw en hebben ze besloten om geen kunstmest en synthetische producten meer te gebruiken. De wijnstok staat centraal in een natuurlijk evenwicht. Hij groeit in een omgeving waar hij druiven kan produceren die vol van smaak zijn en de kenmerken van het perceel hebben. Voor hen is dit de beste manier om de waarheid van de terroirs tot uitdrukking te brengen.

Zorgvuldig en zo min mogelijk ingrijpen bij het ontstaan van de wijn is de basisregel voor de wijnbereiding van Domaine de l'Arlot. De druiven worden met de hand geplukt en twee keer gesorteerd, in de wijngaard en bij aankomst in de kelder, om alleen het beste van de oogst te behouden. Zodra de druiven in vaten worden gedaan, begint de gisting op natuurlijke wijze. De terroirs voor zich laten spreken en voorzichtig extraheren is de methode die tijdens de maceratie wordt toegepast. Het onderdompelen gebeurt met de hand en het aantal overpompen is altijd zeer beperkt.

Om de terroir echt goed tot zijn recht te laten komen, moet je ook heel precies te werk gaan bij de rijping. Daarom gaan de rode wijnen na de vinificatie in vaten, terwijl de witte wijnen al voor de alcoholische gisting in vaten gaan. Het hout komt uit Franse eikenbossen en de vaten worden heel licht tot licht geroosterd om de smaak tijdens de rijping te behouden. Tijdens deze fase verloopt de malolactische gisting spontaan en in het ritme van de seizoenen.

Deze fase van langzame rijping wordt nauwlettend gecontroleerd en gevolgd, waarbij proeven een belangrijke rol speelt en bepaalt wanneer de wijnen op fles worden gedaan