Compañía de Vinos Tricó

De naam Tricó komt van een woord dat in sommige delen van Galicië wordt gebruikt voor kinderen die laat in het leven komen, bijna onverwacht, en uiteindelijk de vreugde van het huis en de lievelingen van de familie worden. Deze metafoor laat precies zien hoe de oprichter van dit project zich voelde toen hij ermee begon.

In 2007 kwam de eerste albariño van Tricó op de markt, met meer potentie om te rijpen dan de gewone albariño's. Die wijn liet zien hoe veel potentie bepaalde percelen hebben en maakte de weg vrij voor het maken van wijnen van specifieke wijngaarden, die de basis zouden vormen voor merken als Nicolás, dat in 2010 werd opgericht.

Het werk van Tricó in de wijngaard is gebaseerd op een zo natuurlijk mogelijke wijnbouw om een optimale grondstof te verkrijgen. Daarom wordt er zo min mogelijk ingegrepen, wordt er in het voorjaar geploegd, worden organische meststoffen gebruikt en wordt er soms zelfs graan tussen de rijen gezaaid om te voorkomen dat het regenwater in de winter wegspoelt.

In totaal hebben José Antonio López en zijn team 10 hectare (5 eigen en 5 gehuurd). Deze wijngaarden liggen op granietgrond met zand aan de oppervlakte, heel typisch voor het Galicische deel van de Condado de Tea, op de grens tussen de provincie Pontevedra en Portugal.

Ook bij de wijnbereiding wordt zo min mogelijk ingegrepen. Als de druiven binnenkomen, gaan ze naar een kleine, simpele pneumatische pers die hele fijne en schone most geeft. Deze most wordt dan geklaard en gaat op een gecontroleerde temperatuur gisten.

Deze bereiding is heel delicaat, zodat de kenmerken van elke jaargang altijd behouden blijven. Zo blijven de wijnen van Tricó lang goed.

In februari 2024 werd officieel bekendgemaakt dat Compañía de Vinos Tricó deel ging uitmaken van de wijnkelders van de Alma Carraovejas-groep, die ook in andere wijnregio's van Spanje aanwezig is