Finca Villacreces

De tweede markies van Alonso Pesquera verkocht dit landgoed in het begin van de twintigste eeuw aan de familie Cuadrado, die het als recreatiegebied gebruikte. Daar logeerden beroemde gasten zoals Peter Sisseck, die een deel van de wijngaard en wijnkelder gebruikte om zijn legendarische Flor de Pingus te maken.

In 2004 ontmoetten Gonzalo en Lalo Antón, die al de wijnmakerij Izadi in La Rioja en Vetus in Toro hadden, de familie Cuadrado, die op dat moment op zoek was naar een nieuwe eigenaar voor het landgoed. Na de verbouwing van de wijnmakerij en een grondige restauratie van de wijngaard werd Villacreces in 2007 heropend.

Het landgoed strekt zich uit over ongeveer 110 hectare, waarvan 64 hectare wijngaard, in een bocht van de rivier de Duero. Deze wijngaard is verdeeld in 15 percelen die apart worden bewerkt. Alles is beplant met Tinto fino, Cabernet Sauvignon en Merlot, afgewisseld met een eeuwenoud dennenbos dat van grote ecologische waarde is.

Finca Villacreces heeft een wijngaard die wordt gekenmerkt door de diversiteit van de bodems, die variëren van extreem zanderige gebieden tot zeer steenachtige gronden met keien afkomstig van de alluviale afzettingen van de Duero. De arme grond zorgt op natuurlijke wijze voor lage opbrengsten van ongeveer 4.000 kilo per hectare.

Finca Villacreces ligt op ongeveer 700 meter boven zeeniveau in een gebied met een extreem landklimaat en grote temperatuurschommelingen. Het bos dat het landgoed omringt, zorgt echter voor een speciaal microklimaat dat de wijngaard beschermt tegen de barre weersomstandigheden.

Op Finca Villacreces reguleert de wijngaard zichzelf, zodat de productie beperkt blijft tot minder dan 2 kilo per wijnstok. Deze wijngaarden worden bewerkt volgens de regels van de geïntegreerde wijnbouw, waarbij de natuurlijke conditie van de wijnstok wordt gecontroleerd en behouden om wijnen te krijgen met de persoonlijkheid en het karakter van de bodem.

In de wijnmakerij begint het proces met de ontvangst van de druiven op een dubbele selectietafel. Eerst worden de trossen geselecteerd en daarna de druiven, met een systeem dat "mistral" heet, dat de druiven op basis van hun kwaliteit scheidt met een ventilator