Conde de Valdemar

Vanuit de wijnmakerij zeggen ze dat "wijn een universele taal is, maar dat er duizend manieren zijn om die te spreken. Daarom laten onze wijnen onze persoonlijkheid zien, met hun eigen accent".

Daarom hebben ze altijd ingezet op de klassieke druivensoorten uit La Rioja, die hun wijnen een eigen persoonlijkheid en karakter geven. In 1991 waren ze pioniers in het herstel van de Graciano. Tegenwoordig hebben ze 1,4 hectare, waardoor ze een monovariëteit van deze druif kunnen maken.

In 2001 waren ze pioniers in het planten van de herontdekte Maturana, die in de jaren twintig in Rioja was verdwenen door de phylloxera. Deze druivensoort werd teruggevonden in een wijngaard van meer dan 100 jaar oud, waar 35 wijnstokken werden gevonden. Ze hebben de gebieden bestudeerd en besloten om de druif te planten in hun wijngaard Balcón de Pilatos, op 500 meter hoogte, 8,2 hectare met terrassen en uitzicht op Oyón, Logroño en de Sierra de Cantabria.

La Recaja is tussen 1979 en 1985 aangeplant en is een van hun oudste wijngaarden. Twee hectare wijngaard op een zacht glooiende helling. Het wordt beïnvloed door een zomerklimaat met grote verschillen tussen dag en nacht en een gematigde waterstress tijdens de rijping, waardoor de wijngaard het karakter krijgt van de meest oostelijke Rioja Alavesa. Hier groeien de Tempranillo- en Viura-druiven, die na een grondige selectie worden gebruikt om de wijn te maken die dezelfde naam heeft als de wijngaard