Château Latour-Martillac

Dit plekje was en is nog steeds een belangrijke plek op de weg tussen Bordeaux en Toulouse. Bovendien zijn de stenen van de oude forten die hier stonden in de 18e eeuw gebruikt om het kasteel te bouwen zoals we het nu kennen.

In 1953 kreeg het de status van Grand Cru Classé, waarmee het wordt erkend als een van de beste wijnhuizen van Bordeaux.

In 1871 kwam Edward Kressmann, een handelaar uit Bordeaux, naar Martillac. Hij was zo onder de indruk van de witte wijnen uit de streek dat hij besloot om op zijn land zijn eigen druiven te gaan verbouwen om zijn eigen wijn te maken. Na een tijdje nam Alfred, de zoon van Edward, het roer over en vanaf 1930 was hij de baas van de wijnmakerij.

Tot dan toe had het château dezelfde naam als zijn naamgenoot in de Médoc, dus besloot Kressmann om de naam van de plaats Martillac erachter te zetten om verwarring te voorkomen.

Ze hadden toen 15 hectare grond in eigendom, waarvan het grootste deel beplant was met witte druiven, dus besloot de wijnmaker Cabernet sauvignon en Merlot aan te planten.

Toen Jean Kressmann in 1954 het familiebedrijf overnam, breidde hij de wijngaard uit tot bijna 30 hectare. Kressmann is super gepassioneerd door wijn maken en staat bekend om zijn rode wijnen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig. Zijn favoriet was die uit 1983.

hij speelde een belangrijke rol bij de erkenning en vaststelling van de oorsprongsbenaming Pressac-Léognan. Ook zette hij zich in voor de erkenning van de oorsprongsbenaming Graves, waaronder 16 châteaux vallen.

Tegenwoordig runnen zes nakomelingen van de familie Kressmann de wijnmakerij. Ze hebben besloten om de familietraditie voort te zetten en wijnen te blijven maken die trouw zijn aan de traditie van hun geografische gebied en aan de druivensoorten die sinds de oprichting van het château worden aangeplant