Château Lascombes

In 1855 werd het een Grand Cru Classé. Het kwam in handen van verschillende leden van de familie Lascombes tot 1926, toen het werd gekocht door de familie Ginestet, die op dat moment ook Chateau Margaux bezat.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel gebruikt door de geallieerden als hoofdkwartier van het leger. In 1952 werd het landgoed gekocht door een groep investeerders onder leiding van Alexis Lichine, waarbij ook de miljonair David Rockefeller betrokken was.

Kort daarna kocht Lichine ook Château Prieuré Lichine, maar in 1971 werd de wijnmakerij gekocht door de Britse brouwerij Bass Charrington.

Deze aankoop betekende dat de wijnmaker René Vanatelle bij het project betrokken raakte. Hij werkte ook bij Château Latour in Pauillac, dat ook van de groep was.

Vanatelle bestudeerde het terrein en kwam tot de conclusie dat van de grond die de wijnmakerij in bezit had, slechts 50 hectare druiven van de beste kwaliteit opleverde, waardoor de rest van het terrein werd gebruikt voor de productie van hun tweede wijn.

In 2001 werd Château Lascombes gekocht door de Amerikaanse groep Colony Capital voor 67 miljoen dollar. Deze nieuwe eigenaren investeerden flink om de wijngaarden en de productiemethoden te moderniseren.

Jaren later, in 2008, begon de wijnmakerij grond te huren van Châteauchâteau Martinens, een Grand Cru uit Bordeaux met een oppervlakte van 28 hectare in de appellation Margaux en nog eens 25 hectare in de appellation Haut Médoc.