Celler Piñol

De wijnmakerij van de familie Piñol ligt in Batea en maakt nu wijnen van druiven die al vier generaties lang worden verbouwd.

Het was de overgrootvader van de vierde generatie, die nu aan het hoofd staat van Celler Piñol, die deze familie in contact bracht met de passie voor wijn en de liefde voor een land dat nog steeds in hen leeft.

De liefde voor het land ging van generatie op generatie over. Toen het project bijna ten einde liep na het overlijden van grootmoeder Teresina, nam Josefina Arrufí het heft in handen en besloot ze de inheemse druivensoorten uit de streek te herintroduceren.

Wijnen die vertellen over de geschiedenis van de streek en van de familie. Zo zou je de wijnen van Celler Piñol kunnen omschrijven, die beetje bij beetje de harten van critici en het publiek hebben veroverd.

De eerste wijn die werd gebotteld heette L'avi Arrufí, wat 'grootvader Arrufí' betekent, ter ere van Josefina's vader. Het was een witte wijn die voornamelijk werd gemaakt van witte garnacha, de belangrijkste druif van deze Catalaanse herkomstbenaming.

Sindsdien heeft een reeks wijnen van topkwaliteit de smaakpapillen veroverd. Dat was het begin van een zorgvuldig werk dat onder meer de herintroductie omvat van de inheemse druivensoort Morenillo, waarmee ze nu twee van hun wijnen maken.

De wijngaarden van Celler Piñol liggen op een hoogte van 400 tot 500 meter boven zeeniveau. Het mediterrane klimaat zorgt ervoor dat de druiven langzaam rijpen en de droge grond zorgt ervoor dat de druiven een uitstekende concentratie van aroma's hebben.

Dit, samen met de typische winden van de streek, maakt dat de wijngaard op biologische wijze kan worden bewerkt. Het resultaat zijn gezonde druiven die interessante wijnen opleveren, trouw aan hun terroir.