Bodegas Álvarez y Díez

In 1941 richtten Modesto Álvarez Romero en Eladio Díez Ossorio het bedrijf Álvarez y Díez, S.A. op, wat het begin was van de geschiedenis van deze wijnmakerij.

In 1977 begon Enrique J. de Benito met een grote reorganisatie, omdat hij een andere manier van werken wilde. De huidige gebouwen werden gebouwd en uitgerust met de modernste wijnbereidingstechnieken van dat moment om kwaliteitswijnen te maken, gebaseerd op de inheemse druivensoort Verdejo.

In 1992 werd zijn zoon Juan de Benito algemeen directeur en begon een tweede fase voor het bedrijf, gebaseerd op dezelfde bedrijfsfilosofie en met een nieuwe actualisering en modernisering van het bedrijf, die werd voortgezet met de komst van Álvaro de Benito (broer van Juan) in het team in 2001, die werd voortgezet met de komst van Álvaro de Benito (broer van de vorige) in het team in 2001.

De band tussen wijn en deze streek gaat ver terug, en dat zie je aan de ondergrondse wijnkelder die Alvarez y Diaz nog steeds gebruikt. Het is een architectonisch juweeltje dat bestaat uit een ondergrondse ruimte op 15 meter onder de grond, waar de kerk vroeger tijdens de Inquisitie wijn maakte .

Deze oude wijnkelder heeft een slim ventilatiesysteem met ventilatieopeningen naar buiten, waardoor de ruimtes konden worden geventileerd en giftige gassen konden ontsnappen tijdens het gisten van de most.

Installaties en huidige situatie

De huidige wijnmakerij is uitgerust met technologie waarmee meer dan 2 miljoen kilo witte druiven kunnen worden verwerkt. Voor de gisting gebruiken ze roestvrijstalen tanks die altijd onder de 17 °C worden gehouden, waardoor frisse, fruitige, harmonieuze en elegante wijnen ontstaan, die altijd apart worden gemaakt, afhankelijk van de druivensoort. Voor de Verdejo Fermentado en Barrica gebruiken ze ook eikenhout uit verschillende kuiperijen.

Tegenwoordig exporteert de wijnmakerij naar meer dan 15 landen en heeft ze ook Sauvignon blanc en Viura aan haar assortiment witte wijnen toegevoegd.